Poeziewedstrijd Vuur

foto onthulling Martin kleiner

Zaterdagmiddag 31 oktober werd het laatste – het winnende gedicht – onthuld van de Poeziewedstrijd Vuur in de etalage van boekhandel Tomey. Het gedicht ‘ Rood brandend rood’ is van Martin Walton en werd onthuld door ds. Elsje Braam, pedikant bij de Protestantse Gemeente  Culemborg.

 

filmopname onthulling

 

Rood brandend rood

 

rood brandend rood oranje geel paars

licht de hemel op boven de stad
de torens van overleg en van devotie
tonen hun profielen als markeerpunten
daar verzamelen zich monden tot gesprek
daar harten tot liefde of vermoeden ervan
zoekend in woord en daad naar wat wij delen

 

rood brandend rood oranje geel paars
licht de rivier op onder de brug
de rimpels van stroming en wind
tekenen lagen in bespiegelingen
daar stroomt alles onophoudelijk
daar neigt het licht maar niet zonder belofte
wachtend in weer en wind op een nieuwe dag

 

rood brandend rood gloeiend fel scherp
woedt licht in ons midden
de pelgrims van vlucht en ontheemding
de dragers van hoon en vernedering
daar vraagt men erkenning
daar verwacht men wat eerlijk is
verlangend in vuur en vlam naar veerkracht

 

Martin Walton

 

 

foto onthuling gedicht 24 10 2020 klein 50Op zaterdagmiddag 24 oktober was bij boekhandel Tomey de 4e onthulling van een van de 5 genomineerde gedichten van de Poeziewedstrijd Vuur van de Raad van Kerken en de Roos van Culemborg. Dit keer – door de coronamaatregelen – zonder publiek en muziek. Het gedicht is van Henk Fonteijn “Oude vlam nog altijd brandend’. Onthuller was Fank Duivenvoorde (pastor Oud Katholieke Kerk). Jan van der Berge (een van de 5 genomineerde dichters) draagt het gedicht voor.

 

filmopname onthulling

 

het gedicht

 

Oude vlam, nog altijd brandend

 

Als mijn innerlijke onrust en een strenge discipline
mij bewegen om alweer hardloopschoenen aan te trekken,
wind en wolken te trotseren, in het oude spoor te gaan,
zijn er altijd zeven dingen die me helpen door te zetten
en mezelf voorbij te streven:

 

Eén:

 

Wie mij tegemoet komt rennen
en passant de duim opsteekt,
is mij goed voor honderd meter.

 

Twee:

 

Een gedicht in mijn gedachten:
lopend woorden wikkend wegend
voel ik mijn moede voeten niet.

 

Drie:

 

Zon die tussen wolken doorkijkt,
glimlacht om mijn snelle passen
en mijn blote armen streelt.

Vier:

 

Reiger in de uiterwaarden, wit,
van ver naar hier gevlogen, helpt me eventjes vergeten
dat de dijk vol kronkels is.

 

Vijf:

 

Meezingen met Boudewijn,
van dat joch voorop het fietsstuur,
zes minuten toekomstdromen, geen vermoeide voeten meer.

 

Zes:

 

Er is ook de oude dag nog die me nadert in de rug. Waarvan ik verbeten wegren, waar ik o zo bang Voor ben.

 

Zeven:

 

En er is de warme glimlach van een stralend leuke vrouw, die mij fietsend tegemoet komt en me even doet vergeten
dat ook voor de ultraloper op zijn tijd de eindstreep wacht.

 

Henk Fonteyn

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

For security, use of hCaptcha is required which is subject to their Privacy Policy and Terms of Use.